Een dag met een gouden randje en een pechdag

3 juli 2018 - Kragerø, Noorwegen

Dinsdag 3 juli​ - een dag met een gouden randje

Vandaag een korte tocht, zo’n 12 mijl, daar doe je normaal gesproken een paar uurtjes over. In de eerste 2 weken van onze reis hebben we heel veel mijlen gemaakt, maar daarna is de ‘scharrelfase’  begonnen. De tochten zijn niet al te lang en we blijven regelmatig een extra nachtje in een haven of op een ankerplaats liggen. We slapen uit, ontbijten buiten in het zonnetje in de kuip, maken een wandeling, lezen een boek, en werken ons reisblog bij. Het lijkt wel vakantie………

Zoals gewoonlijk hebben we weer een stuk of 4 plaatsen uitgekozen, waar we zouden kunnen ankeren of aanleggen. Dit keer is het bij de eerste direct raak. Het betreft een baai/haventje op een eilandje, genaamd Stangholmen, tegenover Risor. Risor is een grote stad (nou…..groot……alles is betrekkelijk……..in elk geval groot in vergelijking met een onbewoonde baai!); waar we op dit moment geen zin in hebben. Op het eilandje staat een restaurant, met allerlei terrassen eromheen. Verder is er een klein haventje, voornamelijk voor de gasten van het restaurant, die van Risor, of van eilandjes in de buurt komen.

In het haventje, voornamelijk ingericht op kleinere motorbootjes, ligt één steiger voor wat grotere boten; daar leggen we aan. Een prachtplek! Wij zijn in jubelstemming, dat we zo’n mooie plek gevonden hebben! Wat een mazzel! ’s Avonds lekker uit eten en een prachtige wandeling over het rotseneiland. Een dag met een gouden randje!

Woensdag 4 juli - wat een pech

In de loop van de vroege ochtend/late nacht horen we steeds meer geluiden in en om de boot. De landvasten piepen; golven slaan tegen de romp, stootwillen schuren tegen de boot en we schommelen meer heen en weer. Met andere woorden: de wind is toegenomen. Als ervaren zeiler voel je de toename van de wind aan het gedrag en de geluiden van je boot. En je voelt dat de wind gedraaid is van hoger wal naar lager wal. Dat betekent dat de wind de boot niet van de steiger af waait, maar tegen de steiger aan. Dat is minder gerieflijk omdat je meer heen en weer geschud wordt. Voorbijkomene motorbootjes versterken alle bewegingen van de boot; maar daar maken we ons al niet meer druk om; dat hoort bij Noorwegen.

Als ik (Jook) ’s ochtends  mijn bed uitkom kijk ik als eerste of we nog goed liggen. Jawel! Hoewel de boot onrustig is, liggen de stootwillen goed en doen de landvasten hun werk. Niets aan het handje dus. Ik ben nog niet binnen of de boot maakt een flinke zwieper, door een golfslag, veroorzaakt door een passerende motorboot. Maar, zoals gezegd, daar maken we ons niet echt druk meer om.

Na 10 minuten kom ik weer buiten en zie dat het bijbootje (dat in het water achter de Zonnewind ligt) lek is. Eén van de 2 compartimenten is leeg,  door een grote scheur bovenop. Door de lagerwal is het bijbootje tegen de Zonnwind aangedrukt en door die golfslag is het bootje onder de zwemtrap terechtgekomen, wat een winkelhaakscheur van zo’n 15 bij 5 centimeter heeft veroorzaakt Wat een vreselijke pech! En wat een rot ligplaats!

We kunnen niet zonder bijbootje, dus we moeten iets bedenken! Als we wat bekomen zijn van de schrik maken we een plan de campagne. We moeten zo snel mogelijk proberen het bootje te repareren. Als dat niet lukt moeten we op zoek naar een nieuw bootje. Voor een reparatie hebben we goede lijm nodig en een groot stuk plakspulrubber. Dat laatste hebben we aan boord. Lijm ook wel, maar die is minstens 10 jaar oud. Dus moeten we op zoek naar een haven waar we lijm kunnen kopen. We besluiten naar Kragaro te varen en hopen daar een boatshop te vinden.

In de loop van de middag komen we aan in Kragaro. Het blijkt een superdruk eiland te zijn. De haven ligt vol met strijkbouten (grote motorboten) en zeilboten. Gelukkig vinden wij een plek in een rommelhaventje een stukkie verderop. Meteen door naar de boatshop waar we een goede 2 componentenlijm vinden. De jongen van de boat shop is zo aardig de gehele Noorse gebruiksaanwijzing voor ons te vertalen. De hele avond werken we aan de reparatie van de bijboot. De volgende dag, donderdag 5 juli, blijven we in Kragaro en versterken de randen van het plakselspulrubber met een tweede laag plakselspulrubber. Nu moet het 48 -72 uur drogen, dan kunnen we de boot oppompen en weten we waar we aan toe zijn…..

Foto’s

3 Reacties

  1. Lucy Van der vorst:
    8 juli 2018
    Dat is inderdaad even pech zeg. Maar het komt zeker weer goed.
  2. Hans van Wijk:
    8 juli 2018
    Als de reparatie aan het bootje niet gelukt is kan je altijd nog naar Repaircafe (Reparasjon kafé) ik heb het opgezocht . Ja wat een pech kan je hebben maar ik hoop dat al het moois wat jullie zien toch de overhand heeft. Mooie reis verder groet van Hans van Wijk
  3. Gerben Streefkerk:
    8 juli 2018
    Erg leuk jullie verhalen te lezen en de mooie dingen maar ook de vervelende of spannende dingen zo mee te maken ("vanuit m'n luie leunstoel" wel te verstaan; niet echt meemaken, want ik ben een echte landlubber). Wat een stomme pech, hopelijk is het nu in orde met het bootje. De foto's en video's zijn ook erg goed om een duidelijk beeld te krijgen. Ik hoop dat jullie veel genieten verder!