Van Grimstad naar een baai in de buurt van Arendal

1 juli 2018 - Arendal, Noorwegen

Pas in de loop van de middag verlaten we Grimsted. Druk met allerlei zaken, water aanvullen, foto’s downloaden, reisblog updaten, de hond uitlaten, de boot afspuiten en een plek zoeken om te kunnen internetten. Op de steiger kom ik nog een Nederlander tegen. Woont en werkt in Noorwegen. Via zijn werk is hij hier terecht gekomen (Hydro, kunstmestverwerker) en zijn Noorse liefde gevonden. Waarom wonen er verhoudingsgewijs zoveel Nederlanders in deze streek? De ruimte, de natuur en de vrijheid, goed georganiseeerd land. Veel onderling contact met andere Nederlanders is er niet. “Ik ben Noorser dan de Noorwegers zelf’’  Tja, en wat is dan Noors-zijn? Ik weet het niet, nog niet. Hij werkt nu als tolk-vertaler bij de rechtbank, in vier talen. We praten nog wat over het leefklimaat en de economie. De laatste drie jaar is de Noorse Kroon zo’n 30% gedevalueerd ten opzichte van de Euro. Dus het had erger gekund met de duurte van Noorwegen. Jammer dat ik het gesprek moet afbreken, want we vertrekken.

Het is zondag en het is te merken op het water. Het is een drukte van jewelste. Overal varen bootjes. Voornamelijk motorbootjes. Zeilboten zijn in de minderheid. In eerste instantie varen we langs de kust. Na 8 mijl varen, gaan we naar binnen richting Arendal. We zijn op de motor. Het grootzeil blijft al 10 dagen in de hoes. Te weinig wind en niet echt goed bezeild. We varen ook niet echt lang op één koers. In de buurt van de stad (Arendal) wordt het nog drukker met bootjes. Hier hebben de mensen eerder een bootje dan een auto. Arendal ligt aan een Sund, de Tromoysund. Een soort kanaal, dat gevormd wordt door het vasteland en een evenwijdig lopend eiland. Het landschap is heuvelachtig en erg groen. Op de omliggende heuvels zie je overal huizen liggen. Voor Noorse begrippen is Arendal een grote en bedrijvige stad waarvan het centrum, in tegenstelling tot andere Sorlandstadjes, voornamelijk uit steen is opgetrokken. Vanwege de centrale ligging is het ook een drukke stad. Arendal bloeide in de 17de en 18de eeuw als uitvoerhaven van hout dat voor het buitenland bestemd was, onder andere voor Londen na de grote brand in 1666 (Londen’s burning, Londen’s burning, fetch the engine. Dit liedje heb ik nog op de Pedagogische Academie van Maastricht geleerd.) In 1863 werd Arendal zelf getroffen door een grote brand en raakte het zijn huizen op palen kwijt die het de bijnaam ‘Klein Venetie’ hadden opgeleverd.

We laten Arendal achter ons. Te druk. We komen bij een grote brug. We kennen de hoogte. Dertig meter. Ondanks alles, het blijft altijd een vraag, halen we het? Ook nu weer. Tot op het laatst staan we doodsangsten uit. Makkelijk zat. Opeens komt er een supersonische speedboot aanvaren. In de sund is de maximaal toegestane snelheid 5 knoop. Maar deze gast tart alle Noorse wetten. Als we omkijken zien we geen boot meer, maar een vliegend hoog opspattend fontein. De boot zelf blijft onzichtbaar. Onverantwoord, gezien de drukte en de problemen voor andere kleine bootjes. Dit kan echt niet. Voor het eerst dat we gedrag zien, dat afkeurenswaardig is.

We komen in de buurt van onze aangekruiste ankerplaatsen. De eerste twee, rechts na de grote brug, keuren we af. We gaan verder. We zetten onze hoop op de volgende, links op het eind van de Sund. Daar ligt een natuureiland Buoya met weinig huizen. Met een bruggetje zit het vast aan het vaste land. Het is een soort recreatie-eiland met allemaal kleine inhammetjes. Daar zijn strandjes met kleine voorzieningen, w.c. en afvalcontainers, zwemtrappen. Aan de achterkant liggen ook steigers en aanlegplaatsen. We zien hier een mooie plek. Kunnen we niet langszij bij die steiger? Vanwege onze diepgang van twee meter durven we dat niet. In de buurt van deze steiger laten we het anker zakken. Maar het houdt niet. Er wordt gewenkt vanaf de kant. Kom hier liggen aan de steiger! Natuurlijk willen we weten of het diep genoeg is voor ons. Geen problemen gebaart de man. Bij het aanleggen maken we een fout. We beleggen als eerste de punt van de boot. Maar dan waait de achterkant weg van de kant. Ik roep nog. Maar we zijn te laat. Uiteindelijk lossen we dit wel op, maar deze manoeuvre krijgt een dikke onvoldoende. We beschouwen dit als een leermoment, wat hadden we anders kunnen doen? De achterlijn als eerste moeten beleggen, of voorlijn vast en dan in achteruit met het roer volledig naar de wal gericht.

Als ik met onze Bick de wal opga, bedank ik onze hulpvaardige Noor. Maar hij kent ons nog zegt ie. Hij lag met ons in de baai bij Lillesand. Dat was vier dagen geleden. IK herken hem nu ook. Ook zijn zoontje herken ik nu. ‘You are the barbecue-man’. Elke dag ging hij om vier uur de barbecue aansteken. Hij lacht niet om deze opmerking. Vanwege zijn zwaarlijvigheid? Toch fijn dat hij ons waarschuwde.

’s Avonds maken we nog een uitgebreide wandeling over het natuureiland. Weer een verrassing. Ik zie wat onrust bij Bickel bij een bosje. Wild rent hij op en neer. Ja, daar gaat een hert ervan door. Onze wandeling is nu al geslaagd. Terug bij de boot zitten we nog tot twaalf uur buiten, genietend van het mooie uitzicht. Morgen blijven we op dit mooie eiland. Bickel is de sensatie van de steiger met zijn zwempartijen.

2 Reacties

  1. Elsbeth Maandag:
    7 juli 2018
    Weer een mooi verslag. Dankjewel
  2. Barbara:
    8 juli 2018
    Nog een weetje over Arendal, deze stad fungeerde als decor voor Frozen. Dat is waarschijnlijk ook een verklaring voor de toeristische drukte.